DE BIJENSTEEK

De laatste tijd kom ik niet aan schrijven toe. Wij staan namelijk voor een verhuizing. Per augustus hopen wij in een andere plaats te wonen.

Maar wat gebeurde er vooraf?

Op een zonnige donderdagmorgen in april werden wij gebeld door onze makelaar met de mededeling: ‘Er is een koper voor jullie huis.’

Een onverwachte verassing: ons huis stond nog maar een paar maanden in de aanbieding.

Het tijdstip kwam goed uit, want diezelfde week zou er openhuisdag zijn in de plaats waar wij wilden wonen.

’s Middags reden wij naar Schokland voor onze dagelijkse wandeling die begint met een kronkelig pad dat klimt en daalt door een hoge houtwal. Af en toe waan je je in een bos. Halverwege ligt een ruïne van een oud kerkje. De rest van de wandeling voert over een verhard pad met aan de linkerkant bouwgrond en aan de andere kant een waterrijk gebied dat bevolkt wordt door ooievaars, reigers, eenden, ganzen en andere watervogels.

Als je ergens de wisseling van de seizoenen merkt, is het wel hier.

Op deze dag stond er een groot koolzaadveld in bloei. De knalgele bloemen staken fel af tegen de helderblauwe lucht.

‘Laten we het veld even doorsteken en er langs lopen,’ stelde ik mijn echtgenoot voor.

Op een ding hadden we niet gerekend: imkers hadden halverwege het veld bijenkorven geplaatst. Plotseling bevonden we ons in een zwerm bijen die om ons heen zoemde en het vooral op mij gemunt had.  Die morgen had ik namelijk wat van mijn lievelingsparfum achter mijn oren aangebracht, maar de bijen waren er kennelijk ook gevoelig voor. Voordat ik het wist, stak een bij mij precies boven mijn neus tussen mijn ogen. Geen prettig gevoel, zacht uitgedrukt.

In een heel andere stemming vertrokken wij huiswaarts.

De pijn nam af en maakte plaats voor jeuk, ik weet niet wat erger is. Verder leek alles normaal. De volgende dag was niets meer van de bijensteek te zien, maar zaterdagmorgen…

Ik werd wakker en merkte dat ik alles door een waas zag. Snel liep ik naar de badkamer en keek in de spiegel. Verbijsterd staarde ik naar mijn spiegelbeeld: mijn gezicht was rood opgezet en van mijn ogen was alleen de buitenste helft zichtbaar. Ik leek wel een knock-out geslagen bokser.

‘Hoe moet dat nu straks?’ jammerde ik tegen mijn man.

‘Hoezo?’

‘We kunnen zo toch niet op huizenjacht gaan?!’

‘Waarom niet?’

‘Ze denken vast dat ik mishandeld ben.’

‘Laat ze denken,’ zei mijn man onverschillig en haalde zijn schouders op.

‘Is er dan geen pilletje of crèmepje dat ik kan gebruiken?’ vroeg ik.

‘Denk het niet,’ antwoordde mijn man opgewekt.

Ik belde de huisartsenpost op en helaas, er bestond geen medicijn om de zwelling van de bijensteek te laten verdwijnen.

‘Voortaan een antihistamine pilletje innemen,’ raadde de doktersassistente mij aan .

Ja, daar had ik nu niets aan.

‘Kom op, trek je jas aan, we gaan op huizenjacht,’ zei mijn man lachend.

 

Het eerste huis zag er van de buitenkant gezellig uit, maar binnen viel het tegen. De ‘lady of the house’ keek me wat verschrikt aan. ‘Een bijensteek,’ legde ik kort uit. Ze leek gerustgesteld en begon meteen uitgebreid verslag te doen van een operatie die ze juist had ondergaan. De logica ontbrak me even: wat had mijn bijensteek met haar operatie te maken?

Huis twee was leuk, maar huis drie was een schot in de roos. Ook hier legde ik weer uit aan de huiseigenaar dat ik gestoken was door een bij.

Toen we na een week elkaar voor de tweede keer ontmoetten, zei hij opgewekt: ‘Nou mevrouwtje (waar komt dat tje toch vandaan?), dat ziet er heel wat gezonder uit.’

Op mijn verbaasde blikken, merkte hij op: ‘U was toch gestoken door een bij?’

Raar, dat was ik nou al helemaal vergeten. Zo snel gaat tijd en zo snel verdwijnen de gevolgen van  een bijensteek.

Binnenkort ga ik weer schrijven.

——————-