Vakantie
Vakantie
Kwart voor één in de nacht. Marlies deed het licht aan in de kamer waar koffers, tassen en andere spullen klaar stonden om ingepakt te worden in de grote aanhangwagen die nu nog aan een ketting in de achtertuin stond, verborgen onder een tentzeil. ‘Morgenvroeg pakken we in, niet eerder,’ had Bas haar man beslist gezegd. ‘Veel dieven hebben het in de zomer speciaal gemunt op volgepakte aanhangwagens.’ Marlies zuchtte. Ze was moe van het gesjouw om alle spullen bij elkaar te verzamelen. Niemand die ook maar een handje hielp. En dan morgen die hele reis naar Frankrijk waar ze zo tegenop zag: de ruziënde tweeling Linda en Aline die in de puberteit zaten en elkaar soms het licht in de ogen niet gunden; Sjoerd van zeventien die, als altijd, zat te gamen op zijn smartphone en Floortje van elf, de aardigste van het stel. Jammer dat die ook binnenkort in de puberteit belandde en misschien net zo onaardig werd als haar oudere zusjes. Floortje was eigenlijk de enige reden dat ze het zo lang uithield in dit gezin. Na de dood van Eliane, de eerste vrouw van Bas, was Marlies vol goede moed aan de klus begonnen om zo goed en zo kwaad het ging de pijn van het verlies van de moeder een beetje te verzachten. Tevergeefs. Vier jaren waren nu voorbij gegaan. De openlijke vijandigheid van de tweeling en de onverschilligheid van de oudste zoon waarmee Marlies door hen werd ontvangen, was alleen maar gegroeid. Ook Bas, op wie ze in het begin stralend verliefd was geweest, bleek toch niet de ideale partner te zijn. Stiekem verdacht ze hem ervan dat hij op zoek was geweest naar een partner die voor hem kosteloos het huishouden runde en het huis schoon hield. Hield ze eigenlijk nog van hem? Ze zuchtte. Ze wist het niet meer. Frankrijk zou voor haar geen vakantie betekenen, want wie maakte de bedden op als ze op de camping aankwamen? Wie ging naar het dorp voor de boodschappen en wie zorgde de eerste avond meteen al voor een warme maaltijd? ‘Lieve kind, als je geen deurmat wilt zijn, moet je beslist niet op de grond gaan liggen,’ had haar vader eens gezegd toen ze geklaagd had over de houding van Bas en de kinderen. Had ze maar naar zijn raad geluisterd.
Vakantie… voor de een tijd om te genieten, maar voor de ander ook wel een tijd om er over na te denken of om tot inkeer te komen. Maar zou zij tot inkeer kunnen komen in Frankrijk? Daar kreeg ze de tijd niet voor. Ze streek even over haar buik. Plotseling rechtte ze haar rug. Met een beslist gebaar pakte ze haar weekendtas en de tas met haar teken- en schilderspullen tussen de bagage vandaan en liep op haar tenen door de gang naar buiten. Voor het huis stond haar auto geparkeerd die ze op aandringen van haar ouders had aangehouden. Marlies opende de achterklep en zetten haar spullen in de bagageruimte.
Hoewel ze als laatste naar bed was gegaan, stond ze als eerste weer op. Ze dekte de tafel en ging daarna aan de slag om broodpakketjes klaar te maken voor onderweg. Ondertussen ging iedereen zonder goedemorgen te zeggen aan tafel zitten. ‘Iedereen voortmaken, ik wil over twee uur rijden,’ kondigde Bas aan. Het werd een hectische toestand maar het lukte toch om de bagage binnen die tijd ingepakt te krijgen in de aanhangwagen. Al duwend en trekkend om een plaats bij het portierraam stapte de tweeling in de grote stationwagen. ‘Je kunt wel op mijn plaats zitten,’ bood Marlies Aline aan. ‘En dan kom jij zeker naast me zitten?’ riep Linda verontwaardigd uit. ‘No way.’ ‘Wees maar niet bang, ik kom niet naast je zitten. De plaats naast je vader is vrij. Ik ga niet mee.’ ‘Wat?’ Vijf paar ogen keken haar verbaasd aan. ‘Doe niet zo raar, stap in,’ zei Bas geërgerd en startte de auto. Marlies schudde haar hoofd. ‘Ik ga niet mee, Bas. Ik word al moe als ik aan Frankrijk denk. Ook daar komt al het werk op mij neer.’ ‘Daarvoor ben je toch met paps getrouwd?’ grinnikte Linda. ‘En ik heb zo genoeg van jullie onvriendelijkheid. Daarom ga ik niet mee’ ‘Maar ik houd toch van je?’ riep Floortje bijna in tranen uit. ‘Dat weet ik, lieverd,’ glimlachte Marlies. ‘Maar er is nog iets… Ik ben al twee maanden in verwachting. Daarom denk ik dat die reis niet goed is voor mij en de baby. Te vermoeiend.’ ‘En dat vertel je me op deze manier?’ vroeg Bas verontwaardigd. ‘Je was steeds zo druk bezig met andere dingen,’ haalde Marlies haar schouders op. Hij zag dat het haar ernst was en stapte uit de auto. ‘Liefje, stap in. Ik ben zo blij. Een baby! Nu we dit weten…’ Hij draaide zich om naar zijn kinderen. ‘Wij zullen je helpen, nietwaar lieverds?’ Marlies schudde haar hoofd. ‘Ik moet heel goed nadenken over wat ik ga doen, want ik heb besloten dat ik mijn baby in een liefdevolle omgeving wil grootbrengen.’ ‘Maar ik houd juist zo van baby’s,’ zei Floortje. ‘Ik zal ontzettend lief voor haar zijn.’ ‘Van jou weet ik dat, lieverd, maar van de rest…’ Marlies schudde haar hoofd. ‘Het is ook mijn baby,’ zei Bas boos. ‘Als er geen plaats is voor de moeder, dan is er ook geen plaats voor de baby, Bas. Een moeder en een baby horen bij elkaar. En maak je geen zorgen: als ik werkelijk niet meer terugkom, dan tref ik wel een bezoekregeling voor jou. Wat vind je er overigens van om es wat meer aandacht aan je kinderen te schenken? Je ziet ze nauwelijks.’ Vol onbegrip keek Bas zijn vrouw aan. Wat was er in vredesnaam gebeurd met haar? Had ze de vakantiekolder in haar hoofd? ‘Gaan jullie maar naar Frankrijk, dan ga ik naar Schiermonnikoog, naar het zomerhuisje van mijn ouders. Daar ga ik heel goed nadenken of ik werkelijk nog wel dit leven met jullie wil delen.’ Marlies draaide zich om en bijna dansend liep ze naar haar eigen auto. Schiermonnikoog… Vakantie… Drie weken rust… en misschien wel meer dan drie weken.
Vakantie… tijd voor inkeer… tijd voor verandering
Wordt vervolgd.