De jaarwisseling 2018/2019

En… heeft iedereen de jaarwisseling overleefd met oliebollen, appelflappen en bananenbeignets?

Wij hadden vroeger een kleine kerk, niet alleen qua gebouw maar ook qua gemeente. Dat was niet zo verwonderlijk, want die kerk stond in Amsterdam-Noord, een echt socialistisch bolwerk. Als wij dan op oudejaarsavond de kerk inkwamen, viel je bijna om van de vette oliebollenwalm. Stiekem hoopten wij dat de dominee niet tegen de lucht kon en zijn oudejaarspreek zou inkorten, maar die wens was tevergeefs. Die man was uit steviger materiaal gebouwd. Die kon wel tegen een walmstootje.

Mijn vader was bakker, dus automatisch zorgde hij voor de oliebollen in ons gezin. Maar op een keer zei mijn moeder toch kordaat: ‘Deze keer bak ik de oliebollen. Dat moet echt niet zo moeilijk zijn. Ik heb een mooi recept.’ Mijn vader glimlachte.

Mam ging aan het werk. Ze woog alle ingrediënten af en gooide ze met een kloek gebaar in een grote kom. ‘En nu nog de gist,’ zei ze opgewekt. Ze brokkelde een groot stuk van het grijs-beige goedje af en stond op het punt om het in een kom met lauwe melk te doen.                    ‘Is dat niet wat veel, mam?’ vroeg mijn broer, die ook wel wat van bakken wist, voorzichtig. ‘Welnee, mannetje, dan worden de bollen lekker luchtig.’                                                             ‘Nou ja, dan moet u het zelf maar weten,’ mompelde hij en liep schouderophalend weg.        Het werd een mooi beslag. ‘Zo, dat kan mooi een tijdje rijzen.’ Mijn moeder legde met een tevreden gezicht een theedoek over de kom en zette hem op een warme plaats in de keuken. Daarna ging ze weer aan het werk, want het was altijd druk in de tijd van Kerst en Oud en Nieuw. Plotseling klonk er geschreeuw vanuit de keuken. Het was een van mijn zusjes die opgewonden de woonkamer binnen stormde. ‘Mam, mam! Kom! Er gaat iets helemaal fout. Iedereen dacht dat er minstens brand was uitgebroken.                                                           Achter elkaar renden we naar de keuken en bleven daar verbaasd staan. Onder de theedoek van de kom borrelde het beslag op het aanrecht.                                                                           ‘Tja,’ zei mijn broer die nauwelijks een grinnik kon onderdrukken, ‘Had u maar even naar mij moeten luisteren.’                                                                                                                                    ‘Ga jij es even de keuken uit,’ bitste mijn moeder die met een boos gezicht naar het over borrelende beslag keek. Wat kribbig hevelde ze de helft over in een andere kom.

Het werd veel, héél veel beslag. Mijn moeder moest uren bakken voordat de kommen leeg waren. Ik verdenk haar ervan dat ze stiekem ook nog een deel in de vuilnisbak heeft gegooid.Het werden luchtige, zeer luchtige oliebollen, maar hoe hard we ook aten, ze raakten niet op.                                                                                                                                                                   ‘Net de wonderbare spijziging,’ merkte mijn jongste zusje op.                                                                                                                                                                    ‘Dat waren broden, meissie, geen oliebollen,’ verbeterde mijn broer.                                                                                                                                                   ‘Voortaan bak ik nooit meer oliebollen,’ merkte mijn moeder beslist maar ook enigszins korzelig op. En mijn vader… glimlachte.

Dit gebeurde vroeger.

In de loop van de jaren zijn Kerst en Oud en Nieuw helemaal van sfeer veranderd. Kerstmis wordt X-mas genoemd. Als je de grote supermarkten mag geloven, draait alles om grote familiefeesten waar gezelligheid het belangrijkst is en de nadruk ligt op de overdadige maaltijden. De tafels buigen bijna door vanwege het reusachtige aanbod. Voor de duidelijkheid: ik heb niets tegen gezelligheid, het bij elkaar komen van familie, een feestelijke stemming en lekker eten, integendeel. Maar ik denk dat de sfeer in deze tijd wat overspannen is. Alles moet heel bijzonder worden.

 

Eén heel belangrijk  gebruik is gelukkig niet veranderd: in veel gezinnen wordt tegen de klok van twaalf de oudejaarspsalm- psalm negentig – voor gelezen. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik word altijd licht ontroerd door de eeuwenoude woorden. Vooral vers twaalf raakt me diep: Leer ons zó onze dagen tellen dat wij een wijs hart bekomen.

Als we nu allemaal op deze manier aan het werk gaan en daardoor een wijs hart krijgen, zitten we in 2019 helemaal gebeiteld, zeker weten.

Het is natuurlijk wat aan de late kant, maar toch wens ik iedereen veel heil en zegen toe in het Nieuwe jaar.